Geluk…
Een bijzondere blog, deze met nummer 200! En niet alleen daarom. Vandaag liep namelijk heel anders dan gepland was. En anders dan verwacht. Het was de bedoeling om vandaag naar Franeker te rijden om de naamstickers op onze nieuwe boot te gaan plakken. Maar eerst zou ik nog even gaan vliegen. Ik wilde tien vluchten maken, en zo tachtig vluchten in deze maand bereiken…
Met de Charter NXG. Aan het eind van de tweede vlucht maakte ik een harde landing, zoals dat heet. Het toestel kwam neer op het neuswiel en dat stond daarna scheef. Toen ik het recht wilde buigen, brak de stuurhevel af. Ik zou er toch nog wel mee kunnen vliegen…
Dus nieuwe accu erin. Maar toen zag ik het: ook het richtingsroer stond helemaal naar een kant uitgeslagen. Niets aan te doen. Naar huis dus en repareren die hap. En dat was best veel werk. De vleugels moesten eraf, evenals de motorkap. En daarna moest de neuswielpoot eruit en de motor worden uitgebouwd. Toen kon ik er pas bij…
De servo bleek nog goed te zijn, een meevaller. Maar ik moest de stuurhevel van het neuswiel opnieuw solderen. En daarna weer alles in elkaar zetten. Maar het schoot zowaar op! Maar tijd om naar Franeker te gaan was er niet meer. Dan maar het geheel in gaan vliegen…
Tijdens de eerste testvlucht gebeurde het. Ik keek net iets te lang op mijn zender. En toen vond ik het toestel niet meer terug! En hij was niet eens hoog of ver weg, vlak boven mij en hooguit twintig meter hoog. Hoe bestáát het…
Waar ik ook keek, ik kon hem niet meer vinden. Dat misselijk makende gevoel had ik al een paar keer eerder meegemaakt. Toch niet wéér? Jawel dus. Uiteindelijk zette ik zender maar uit. De zoekactie begon…
Wat raar dat je een wit vliegtuig niet ziet liggen in een groen weiland. Omdat het toestel tegen de wind in vloog toen ik hem verloor, ben ik eerst bovenwinds gaan zoeken. Ik liep daar heen langs een sloot waar ik in keek. Een witte zwaan zag ik even aan voor een Charter. Vooral zoeken bij het woonhuis en de stallen. Niets. Toen de dijk op langs de vaart. Ook niets. Bijna aan het eind van die dijk gekomen, zag ik héél ver weg weer iets wits. Kon weer een zwaan zijn. Of niet. Het witte vlekje verplaatste zich niet en lag in een rietkraag langs een andere vaart, zo’n vijfhonderd meter van mijn vliegplaats. Ik recht erop af…
Twee keer keek ik door de verrekijker. Het ging steeds meer op de staart van mijn vliegtuig lijken. De derde keer dat ik keek wist ik het zeker: dat wás hem! Toen ik erbij kwam bleek mijn grote geluk, het vliegtuig was onbeschadigd…
En zo kon ik na een flinke wandeling gewoon mijn eerder geplande tien vluchten van de dag vol maken…
Rij, vlieg en geluk voorzichtig…

Het stipje verplaatste zich niet…

Na de wandeling, onbeschadigd en volledig inzetbaar…