Bambi…
De laatste dag van de maand alweer. Nog even lekker een paar vluchten maken. Zal ik de 200 in april halen? Denk het wel. Mijn lief ligt nog op één oor. Kan ik mooi even mijn ding doen. Altijd lekker, de ochtenden. Het is ook heel aardig lenteweer…
Bij de toegang tot het veld staat een oude boerenkar, overwoekerd grotendeels. Daarop maak ik mijn vliegtuig klaar voor de vlucht. Zoals ik dat zo vaak doe. Dan zet ik hem op het pad, nog buiten het veld, om hem te starten en zo naar het veld te vliegen. Om 09.00u precies verlaat de Charter NXG de aarde. Al thuis had ik in de verte een ree op het veld zien lopen. Die was er nog steeds. Altijd een mooi gezicht, zo’n bambi…
Bij de volgende vlucht zag ik zelfs twee bambi’s. Ze waren lekker aan het dartelen en renden achter elkaar aan. Redelijk ver weg, dat wel. Want het zijn tenslotte wilde dieren en ze zijn heel schuw. Dus ook mensenschuw. Ze geven zich alleen bloot als ze zeker weten dat er geen gevaar dreigt…
Het mooie is, dat ze helemaal geen last hebben van de modelvliegtuigen, die bambi’s. Vaak staan ze toe te kijken of ze grazen gewoon door. Het vliegtuig is voor hen niet meer dan een gewone vogel. Een grote vogel, dat wel. Af en toe kijken ze even op, luisteren en ruiken. Maar dat is vooral om de mens te detecteren. De twee bleven ook de twee vluchten daarna zichtbaar. Waarna ze verdwenen in de rietkraag langs de niet gebruikte vaart. Waar ze wonen…
Ik zat lekker op mijn krukje de vijfde vlucht te vliegen, toen ik in een weiland verderop een grote haas recht op me af zag komen rennen. Dacht ik. Huppelend rennen deed ie. Ik wist dat hij nog een sloot over moest en dat ging met een soepele sprong…
En toen zag ik dat het helemaal geen haas was! Het was een bambi! Niet al te groot, maar wel heel gespierd en lenig. Jong diertje? Ik bleef stil zitten en hij kwam dichterbij. Ik kon zijn gewei al zien. Daarom wist ik dat het een hij was. Uiteindelijk liep het diertje op tien meter langs me op. Tien meter! Dat weet ik zo zeker, omdat hij rustig door een open hek liep naar een ander weiland. En daar bleef hij grazen. Weer op gepaste afstand. Zo dichtbij heb ik nog nooit een bambi gehad. Ik moest mijn hoofd stilhouden en heel langzaam draaien. Want ik had wél een model in de lucht te houden…
De 200 vluchten van april waren snel een feit en al om tien uur ging ik tevreden naar huis. Op de trapkajak met mijn lief voor de 150ste vaart met dat ding. En daarna Formule 1 kijken…
Rij, vlieg en bambi voorzichtig…
