Vliegtuigtest, review. Geschreven in november 2014 en geplaatst in Modelbouw Aktueel nummer 160, juli/augustus 2015 (met door de redactie van MBA aangepaste tekst). Naschrift met aanvullende ervaringen geschreven in november 2015.
De Adagio 280 BNF Basic van E-Flite, EFL6550
Tekst: Bald de Boer, foto’s: Kees van den Akker en Bald de Boer
Al in de zestiger jaren van de vorige eeuw deed ik als jongen aan modelvliegen. Ik moest me noodgedwongen behelpen met vrij vliegende zwevers. Middagenlang liep je met een touw te rennen om je model op hoogte te krijgen. Dat was dus een heel andere tijd dan nu. Veel zwevers van nu hebben een hulpmotortje, rennen behoort tot het verleden. Ook hoef je tegenwoordig niet meer per se maanden te zitten bouwen. Je kunt via de pc gewoon een model bestellen en het wordt netjes kant en klaar bij je voordeur afgeleverd. Het vliegen kan binnen ‘no time’ beginnen.
Mijn focus ligt op het vliegen met gewone motormodellen en daar geef ik vrijwel dagelijks les op. Sommige cursisten verschijnen echter met een motorzwever, die ik dan wel even wil invliegen en aftrimmen. Hierdoor besef ik dat de motorzwever ook een plaats in de instructie verdient. Dit soort vliegtuigen is hierbij namelijk heel goed in te zetten. Ze vliegen langzaam en gemoedelijk en je kunt er dus goed mee leren sturen. Vooral veel oudere aspirant-modelvliegers hebben er baat bij. En zo kwam de Adagio 280 BNF Basic van E-Flite op mijn pad…
Verpakking en beschrijving
De bezorger belde aan en ik deed open. “Een vliegtuig, maar ze hadden er alleen nog maar een in roze…” Wat een lolbroek… Wat meteen opviel, was hoe klein de doos is: nog geen 85 centimeter lang! Natuurlijk had ik op internet al een (mooi) filmpje van de Adagio bekeken, en zo wist ik dat de spanwijdte 142 centimeter is en de lengte 76 cm. Deze verrassing biedt meteen goede mogelijkheden voor het transport, de vleugels er af en hij kan bijna altijd mee! E-flite claimt dat het toestel in elkaar te zetten is binnen de tijd die nodig is om de accu te laden. En dat klopt ook, maar… In de BNF versie zit alles wat nodig is, behalve een vliegaccu! Gelukkig bleek Hangar Modelbouw nog een accu van het juiste type in voorraad te hebben, zodat ik na een paar dagen toch kon gaan testvliegen. Maar dat komt later…
E-Flite en Horizon Hobby vormen samen met Parkzone en Hangar 9 een ‘merkencluster’. De meeste modellen zijn specifiek voorbereid op de zenders van Spektrum. De Adagio is een mooie ranke motorzwever, gemaakt van carbon versterkt Z-schuim. Per vleugel zijn er twee carbonstaven aangebracht. Gewicht 356 gram. Voorin zit een 1260Kv buitenloper ingebouwd, die wordt aangestuurd door een 10W brushless regelaar. De motor drijft een 8×4 klappropeller aan, die is afgewerkt met een 30 mm kunststof spinner. In de romp onder de transparante (maar mooi donkere) cockpit is een centraal hoofdwiel half verzonken aangebracht en in de staart een klein hulpwieltje, ook mooi half verzonken. De energiebron wordt gevormd door een 3S 11,1 V 450 mAh Lipo accu. Er zijn zes stuks 3,5 gram Sub-Micro digitale servo’s ingebouwd. Deze sturen naast de rolroeren, het hoogteroer en het richtingsroer ook ingebouwde landingsklappen (flaps) aan. Omdat ook de AR6335 ontvanger met AS3X technologie (girostabilisatie) al is ingebouwd, vraagt dit alles om een 2,4 GHz zender van Spektrum, met zes kanalen. Het aanbevolen gebruik is voor ‘buiten’ en voor gevorderde vliegers. De opgegeven vliegtijd is 7 minuten.
Uitpakken en monteren
Bij het openen van de doos blijkt alles goed verpakt te zijn. Als eerste lees ik de gebruiksaanwijzing, die (helaas voor velen) niet in het Nederlands is. Toch vind ik het belangrijk om die eerst goed door te nemen. Men zou deze telkens mee moeten nemen naar het veld, zodat personen die je helpen over de juiste gegevens kunnen beschikken.
Na controle op aanwezigheid van alle onderdelen pas ik eerst alles in elkaar zonder het vast te zetten. En alles past precies! Eigenlijk hoeven alleen de vleugels en het horizontale staartvlak te worden gemonteerd. Vanwege de hanteerbaarheid kies ik ervoor om eerst de staart te lijmen. Het boekje geeft aan dat hiervoor CA Medium moet worden gebruikt, maar ik kies voor de 5 minuten epoxy van Z-Poxy. Nadat het klusje is geklaard, zet ik de romp weg en ga iets anders doen. Die Z-poxy laat ik namelijk toch graag een dag uitharden, om er daarna nooit meer problemen mee te hebben…
De volgende de dag doe ik de vleugels. Ze hoeven slechts in de daarvoor bestemde gleuven in de romp te worden gestoken, de draden van aileron en flap doorgeleiden en de vleugel op zijn plaats duwen. Vervolgens elke vleugel met een schroefje borgen. Daarna de kabels met elkaar verbinden, klaar. De gemonteerde stekkertjes zijn die van Micro’s, en dat vind ik wel jammer. Omdat sommigen de vleugels bij transport zullen willen demonteren (een van de voordelen van dit vliegtuig), zou ik graag standaard (servo-) stekkers zien, want die volgens mij veel degelijker. En hoeveel gewicht scheelt dat nou helemaal… Als de stekkers nooit meer uit elkaar hoeven te worden gehaald, maakt het natuurlijk niets uit… Wat ik wel een ‘misser’ vind, is dat in het boekje de gekleurde servodraden (op de tekening uitgevoerd in zwart en grijs) 180 graden verkeerd om tegenover elkaar zijn getekend! We weten allemaal hoop ik, dat je altijd moet zorgen dat de draden van dezelfde kleur met elkaar worden verbonden…
Een ander ‘dingetje’ is, dat er wel labeltjes aan de draden zitten, maar daarop staat slechts ‘Horizon Hobby Inc.’. Liever had ik daarop gezien dat het om de flap of de aileron ging. Maar dat is ook te zien aan waar de draad uit de vleugel steekt: de voorste zijn van de ailerons. De labeltjes worden er af geknipt en vervangen door zelfgemaakte labels (om de draad gevouwen plakband) met daarop ‘FL’ voor flap en ‘AIL’ voor aileron. Nadat de kwiklink aan het hoogteroer is bevestigd, is het ‘bouwen’ voltooid en hiermee is de claim dat je dat kunt doen binnen de tijd die nodig is om een accu te laden dus terecht…
De roeren worden mechanisch neutraal gesteld. Dat is bij dit model extra belangrijk vanwege de AS3X stabilisatie. Men adviseert om op de zender niet meer dan vier klikjes trim van de middenstand af te zitten. Heb je dat bereikt, dan de trim op de zender neutraal zetten en de zaak mechanisch afregelen door de kwiklinks op de stangetjes in of uit te draaien. Ook wordt het zwaartepunt gecontroleerd. Dit moet volgens het boekje 42 tot 44 mm vanaf de vleugelwortel liggen. Onder de vleugel zit een gleufje op precies die plaats, zodat je dat bij het ‘op de vingers’ balanceren kunt voelen… Als de accu wordt ingelegd, blijkt dat de marge van het zwaartepunt maar nét kan worden gehaald: alleen als ik de accu helemaal voorin tegen de regelaar aanschuif. Dit is iets waar wel meer modellen van E-Flite/Parkzone/horizon Hobby last van hebben, maar meestal gaat het net. Zo ook nu (zie naschrift). En nu op naar het veld!
De vliegtest
Fotograaf Kees en ik kiezen een redelijk mooie zaterdag in het late najaar om koers te zetten naar een modelvliegveld. Een rit van een klein uur, dus voor de zekerheid neem ik meer toestellen mee… Het is afwisselend zonnig en bewolkt, met een windkracht drie en lichte turbulentie. Liever had ik nog iets minder wind en geen turbulentie gehad, maar de Adagio brandt in mijn handen en hij wil zelf geloof ik ook wel ‘los’… Om de overige vliegers met onze ‘Maiden Flight’ niet te hinderen (met fotograaf Kees op het veld), kies ik voor een bijveldje met hoog gras. Vanwege de in de neus gemonteerde propeller is een grondstart met dit model toch uitgesloten…
Dat hoge gras biedt meteen uitkomst, want de eerste ‘start’ na de control check en de range check resulteert in een duikvlucht en een forse aanraking met de aarde. Geen schade, oef… Na het hoogteroer iets naar boven te hebben bijgesteld, kiest de Adagio sierlijk het luchtruim. Het toestel klimt goed naar hoogte, waar een check op de trim wordt uigevoerd. Op het hoogteroer na staat alles eigenlijk wel goed. Dit hoogteroer zal de komende vluchten nog een paar keer worden bijgesteld, tot ik helemaal tevreden ben over het zweefbeeld.
Vliegtijd en gedrag
Met een ‘burst’ van de motor is het toestel snel op grote hoogte te krijgen. Hij stijgt zo snel, dat het wel lijkt of hij aan een lier wordt opgetrokken… Dan kan het gas dicht. De prop klapt mooi rond de neus en het heerlijke zweven kan beginnen. De accu heeft voldoende vermogen om twee tot drie van die bursts te leveren (noot: zie naschrift). Zonder thermiek is dat goed voor tien tot vijftien minuten vliegplezier.
Nu ik al meerdere vlieguren met dit toestel heb, ben ik er nog steeds niet helemaal uit hoe het hoogteroer te trimmen voor een maximale zweefvlucht. Hiervoor zal ik moeten wachten op thermiek later in het voorjaar…
Wat opvalt, is dat het vliegtuig aanvankelijk nogal ‘wiebelig’ vliegt op de turbulentie. Het is een kwestie van constant bijsturen, iets dat dan weer goed is voor het ontwikkelen van het vlieggevoel. De automatische stabilisatie komt hier ook goed van pas. Als je eenmaal aan het bijsturen gewend bent, vliegt de kist mooi gelijkmatig en ook gracieus. De machine is wel ‘overtrekgevoelig’, dus is het een beetje oppassen bij bochten op lage hoogte. Snelheid houden is hier het devies. De ingebouwde flaps hebben op mijn zender (Spektrum DX8) twee standen, waarmee prima doellandingen zijn uit te voeren. Ik klom naar hoogte en vroeg mezelf hardop af: “Wat zijn ook alweer de eisen voor het zweefbrevet? O ja, drie minuten zweven en dan landen binnen een cirkel van dertig meter… Wijs maar een graspol aan waar ik hem op moet zetten…” Kees wees me een markante graspol aan en na de ‘verplichte’ drie minuten zweven zonder motor zette ik het ding precies op die graspol neer. Puur geluk natuurlijk, maar ik kon een opmerking niet onderdrukken: “mij te gemakkelijk…”
Op de volle stand staan de flaps als ‘deuren’ in de luchtstroming, waardoor ze prima als ‘speedbrakes’ fungeren. Bij gebruik van de flaps wel de neus naar beneden zetten, anders is een overtrek zo een feit. En een doorstart moet wel op voldoende hoogte worden ingezet, want ik ken iemand die dat te laag deed en met een gebroken propeller kwam te zitten…
Het toestel reageert goed op de roeren, het rolt goed en je kunt er mooie loopings mee maken. Wel opletten dat je geen langdurige steile duikvluchten maakt, want al bij een rustige looping zie je de vleugels omhoog buigen (deze waarschuwing staat ook in het boekje). Tijdens daalvluchten de snelheid dus binnen de perken houden…
Met de motor in continu gebruik is dit toestel ook goed te vliegen als licht motorvliegtuig. Met half gas heb je er een trainer van jewelste aan, waarmee de oefeningen voor het KNVvL brevet motor A ook goed kunnen worden beoefend. Een acculading is dan voldoende om alle figuren te beoefenen. Met half gas kun je zeven tot tien minuten vliegen.
Conclusie
Inmiddels heb ik met dit vliegtuig op verschillende dagen negentien vluchten gemaakt en ruim drie uur vliegervaring. Helaas zat daar nog geen thermiekdag bij. Zoals ik onderhand van deze merken gewend ben, voldoet ook de Adagio 280 meer dan prima. Ik denk dat het een goed model is, dat veel waar geeft voor je geld. En lang mee kan, zodat je er veel plezier aan kunt beleven. Op een paar kleinigheidjes na ben ik er meer dan tevreden over. Maar ze hadden er echt wel een voor dit ding zo speciale accu bij mogen leveren, want zonder accu kun je nóg niet meteen ‘los’… Met de Adagio 280 ga ik niet alleen zelf nog een hoop lol beleven, maar ik hoop er ook nog veel (vooral oudere) cursisten blij mee te kunnen maken…
Naschrift 9 november 2015: De marge van het zwaartepunt bleek in de vliegpraktijk toch wel onvoldoende. Zo kreeg ik maar geen goed zweefbeeld, omdat het vliegtuig maar bleef ‘pompen’. Aanvankelijk had ik twee originele 3S, 450 mAh accu’s gekocht. Doordat ik toevallig een even grote, maar meer wegende 3S, 600 mAh accu kreeg, moest ik de originele accu’s met lood verzwaren tot ze alle drie hetzelfde gewicht hadden. En nu heb ik helemaal geen problemen meer met de marge van het zwaartepunt… De zogenaamde ‘Multiplex test’ (vliegtuig met gas dicht in een 45 graden duik brengen en dan de controls loslaten, het vliegtuig moet dan precies in dezelfde hoek doorvliegen, niet gaan ‘pompen’ of steiler gaan duiken) verliep goed.
Het totaal aantal vluchten dat ik nu met de Adagio heb gemaakt staat sinds gisteren op 137. In augustus 2015 heb ik er mijn KNVvL zweefbrevet A mee gehaald. De 450 mAh accu levert genoeg energie om met 3/4 gas tot 5 bursts van 1 minuut te maken. Met de 600 mAh accu zelfs 6. Wanneer je gaat klimmen met vol gas, wil de prop nog wel eens afbreken (door de krachten). Nu klim ik dus met 3/4 gas en dat gaat heel goed. Op mijn Spektrum DX8 zender is dat één streepje boven half gas.
Op een gegeven moment had ik zelfs een paar keer achter elkaar tijdens de start een gebroken prop. De motor bleek uit balans, waarschijnlijk door een paar onfortuinlijke aanrakingen met de grond (in het begin). Door de motor te verwisselen is dit probleem opgelost. Samen met het klimmen met 3/4 gas komt een gebroken prop nu niet meer voor. In de zomer was ineens het glas (kunststof) van de cockpit ‘verfrommeld’, waarschijnlijk door de warmte. Dus een nieuwe canopy aangeschaft en zo ziet het vliegtuig er weer als nieuw uit.
Het vliegtuig is met een burst op 3/4 gas na 1 minuut op grote hoogte (ik denk minimaal ongeveer de overal toegestane 120 meter). Dan gaat het gas dicht en vervolgens laat ik het toestel zweven tot vlak bij de grond, waarna de volgende burst volgt. Zo kan ik vluchten maken tot gemakkelijk over de 20 minuten. Het zweefrecord met motor uit staat nu op 9 minuten en 45 seconden.
Al met al beleef ik inderdaad een hoop lol met dit vliegtuig. Ik ben er zelfs gek op geworden en het is nu een van mijn favoriete kisten. het (motor-) zweven blijkt heel leuk om te doen!