Overdenkingen deel 1

Overdenkingen van een modelvlieger (oorspronkelijk geschreven in januari 2012 voor de website van een club waar ik toen lid van was)

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Bald de Boer

Hallo lezers! Sinds juli 2011 ben ik lid van een modelvliegclub. Op moment van deze publicatie (september 2014) is dat dus ruim drie jaar. Tijd om naast het intensief modelvliegen eens actief te worden op een ander vlak: het geschreven vermaak! Want naast modelvliegen maken ook schrijven en fotograferen deel uit van mijn (te) vele hobby’s. Eigenlijk was ik al een tijdje actief met schrijven, want de eerste zes delen van deze feuilleton zijn al eerder verschenen op de website van een club. Ook publiceer ik regelmatig in Modelvliegsport, het blad van de KNVvL afdeling Modelvliegen.

Hierbij presenteer ik u het eerste deel van een serie verhalen over mijn ervaringen in de modelvliegerij. De verhalen zijn vooral geschreven om u dus enig vermaak te bieden. Maar als u er ook nog iets van kunt opsteken (vooral van mijn blunders), is het mooi meegenomen, toch? Naast licht humoristisch, zal ik trachten ook een beetje informatief te zijn. Ik hoop dat mijn schrijfsels bijdragen tot het genot dat onze mooie hobby ons geeft…

Het Prisma Woordenboek zegt over de modelvlieger:

Model o [-len] I: vorm (op schaal), voorbeeld. II: volgens voorschrift.

Vlieger m [-s] I: bestuurder van vliegtuig, II: bepaald speelgoed.

Het moge duidelijk zijn, dat ik bij het ‘vlieger’ in het woord modelvlieger doel op de bestuurder van een vliegtuig. En niet op dat met papier of plastic bespannen houten geraamte dat je oplaat aan een stuk touw… Maar bij ‘model’ kun je wél denken aan beide betekenissen. Zo voel ik me als modelvlieger de bestuurder van een klein onbemand vliegtuig (en dat bén ik natuurlijk ook!). Maar evengoed tracht ik ‘modelvlieger’ te zijn in die andere betekenis; een vlieger die opereert volgens de voorschriften, volgens het boekje. Dat is wat ik namelijk ook nastreefde tijdens mijn werkzame leven als vlieger bij de Luchtmacht. Omdat ik altijd probeerde precies te vliegen, zo als de standaard in de boeken voorschreef. Wat me na een half leven oefenen nog lukte ook… Zodoende werd ik weleens ‘het wandelende vliegoefeningenboek’ genoemd. Wat u met deze informatie moet, weet ik ook niet, maar het is maar dat u het weet… Modelvliegen is echter geen beroep, maar een hobby. En een hele mooie ook. Daar moeten we dan ook vooral veel lol aan beleven. Daar gaan we!

Aflevering 1, het begin.

Het was op een mooie zomerse avond tegen het najaar van 2010, dat ik met vrouw Gonnie en oudste dochter Kim een wandeling maakte naar het Horster park in Duiven, tussen Arnhem en Zevenaar. Kim en haar man Daan wonen er vlakbij. Al voor we het park inkwamen, hoorden we het gezoem van modelvliegtuigen. Dat trok mijn aandacht… Door het aanwezige bos konden we het vliegveldje nog niet zien. En toen vloog er zomaar een kleine uitvoering van een f-16 over… Ik zei hardop: “Verhip, volgens mij kun je die dingen tegenwoordig kant en klaar kopen.”

Dichterbij gekomen keek ik mijn ogen uit. Naast de inmiddels gelande F-16 zag ik schuimmodellen van een F-5, een A-10 en nog een delta. Ik had nog nooit een elektrisch aangedreven modelvliegtuig gezien, laat staan een elektronisch aangedreven straaljager. En laat staan van piepschuim… Onmiddellijk begreep ik, dat je deze modellen inderdaad kant en klaar in de winkel kunt kopen. De initiators van het vliegen in dit park bleken de mannen van rcFlyfun, een nieuwe zaak in het naburige Westervoort, waar ik dertig jaar heb gewoond. Nadat ik de A-10 vanaf het verharde fietspad had zien vertrekken, zei ik tegen Gonnie en Kim: “Ik denk dat de tijd rijp is om me nu eens met het edele modelvliegen te gaan bezighouden…” Alsof ik nog niet genoeg hobby’s heb…

Vroeger zag de modelvliegerij er voor mij heel anders uit. En dan heb ik het over de zestiger jaren van de vorige eeuw (ik ben in 1954 geboren als jongste in een gezin van vijf kinderen). Opgroeiend in Ede gingen we vaak kijken naar het modelvliegen op de Ginkelse Heide. Ook ben ik een paar keer naar de open dag van de plaatselijke modelclub (ELC) geweest. De demonstratie met een echte schietstoel (uiteraard onklaar gemaakt) maakte grote indruk op mij.

Al op vierjarige leeftijd wilde ik, zoals bijna iedereen, piloot of ruimtevaarder worden. En dus had ik ook interesse in modelvliegen. Maar in ons grote gezin was er geen geld. Een radiobesturing van maar twee kanalen zat er zelfs niet in. Die dingen kostten in die dagen trouwens een vermogen, naar ik me herinner tot wel 1000 ouderwetse guldens… Dus restte mij niets anders dan vrij vliegende zweefvliegtuigen en met elastiek aangedreven balsa vliegtuigen, zoals de Skeeter…

Ik heb in totaal zes vrije vlucht zweefvliegtuigen gehad. De ene vloog slecht en daar had je dan niets aan. Je liep dan de hele dag met het touw van de lier te rennen. Een andere vloog zó goed, dat hij boven het bos kwam en verloren ging… De laatste stuiptrekking van mijn modelvliegerij was een zelfgebouwd motorvliegtuig met lijnbesturing. De motor (0,3cc als ik me het goed herinner) was veel te licht en het werd een fiasco. Mijn modelvliegerij ging als een dovende nachtkaars uit. Maar.., als ik op een dag toch eens geld zou hebben…

Ik groeide op, en in september 1969 maakte ik als vijftienjarige jongen op die Ginkelse Heide foto’s van de parachutistendropping bij viering van 25 jaar Slag om Arnhem. Die gelegenheid was het startsein voor de fotografie als hobby (ik zou er later zelfs nog twee vakdiploma’s in behalen). Een paar jaar later kwam de dienstplicht en ik werd luchtwaarnemer. Daar vloog ik mee als navigator, luchtfotograaf en assistent van de piloot. Ik vloog mee met de Piper Cub,  Alouette III en Bölkow helikopters. Wát een mooi baantje, en ik was nog officier ook…

Lezing 6 Afscheidsfoto van onze klas, voor de leiding van LLWS, de waarnemersschool. Klik op de foto om hem groter te maken. Ik zit geknield op de rechter, lage vleugel (voor de kijker links dus).

Lezing 4 ‘Vlieger en legerluchtwaarnemer’ Foto uit eind jaren 70 voor een boekje over de Alouette III helikopter (uitgave mei 1984). De man op de achtergrond ben ik dus…  

Als tweede hobby had ik het parachutespringen omarmd. En daar kwam ik weer in aanraking met de modelvliegerij. Bijna letterlijk dan, want er vloog eens boven Teuge een RC model bijna door de touwen van mijn valscherm… Sindsdien vind ik, dat bemande en onbemande luchtsporten niet op één luchtvaartterrein samen zouden moeten gaan…

Ik bleef in dienst en na vijf jaar als luchtwaarnemer te hebben gewerkt, mocht ik naar de vliegopleiding. En die haalde ik glansrijk. Mijn loopbaan als vlieger is eigenlijk een ander verhaal. Daarom hier een korte samenvatting voor de luchtvaartliefhebbers. Vanaf 1975 heb ik een kleine dertig jaar gevlogen. Daarin heb ik naast staffuncties, ongeveer 5000 vlieguren gemaakt. Mijn mooiste functies waren vlieginstructeur op Eelde (jongelieden de eerste beginselen van het vliegen bijbrengen), commandant helidetachement voor de VN in Cambodja, Plaatsvervangend Hoofd en later Hoofd Helikopteropleiding KLu, die ook vliegers van Marine en Politie opleidde (op Deelen), Hoofd Vliegveiligheid op Gilze en Soesterberg en stafofficier Vliegveiligheid op de Luchtmachtstaf. Die circa 5000 vlieguren heb ik gemaakt op de Piper Supercub, Saab Safir, de Beach Bonanza, en de Cessna 150. Ik heb ook een mooie vlucht van twee uur in mijn logboek staan op de OV-10 Bronco (als gastvlieger). De meeste uren heb ik echter gemaakt als helikoptervlieger, op de Th-55, de Huey UH 1H, de Alouette III, de Bölkow B-105 (C en CB).

Het is al weer heel lang geleden (ik ben alweer meer dan tien jaar weg bij de Koninklijke Luchtmacht), maar in die tijd was de wereld nog overzichtelijk. We moesten enkel ‘de Russen opvangen’ en die kwamen niet. Dus konden we bij slecht weer volop studeren, hobbyen en klaverjassen. En bij goed weer de mooiste oefenvluchten maken, want simulatoren waren er nog niet. En op die dagen hadden we dan ineens geen tijd meer om te lunchen… De mooie loopbaan eindigde toen ik in 2004 de militaire dienst verliet. Mag ik mezelf een gezegend man noemen, nadat mijn ultieme jongensdroom zo mooi is uitgekomen? Dacht het wel… Mijn streven is, om al die typen waarop ik heb gevlogen ooit te bemachtigen als vliegend model. Daar kan ik mijn hele verdere leven vast wel mee vooruit…

Na die mooie zomerse avond in het Horster park, was ik een beetje in de ban geraakt van de RC vliegerij. In oktober van dat jaar waren we op een reünie van mijn onderdeel op Deelen. Daar werd een héél mooi schaalmodel van een Alouette III  voorgevlogen. Ik was onder de indruk en nog meer ‘in de ban’.

Zo kwam het modelvliegen af en toe in mijn geest bovendrijven. En sudderde het een dik halfjaar voort. Tot we in de krant lazen, dat een modelvliegclub in de buurt een open dag zou houden. Wij op de fiets er naartoe, ongeveer 16 kilometer. En tussen de buien door nog droog gebleven ook, zowel heen als terug…

Toen we er net waren zagen we als eerste demo een 3D heli. Ik werd als voormalig helikoptervlieger (bijna letterlijk) ziek van de manoeuvres die dat ding maakte. In het echt zou je al na een paar seconden dood zijn… Maar deze en de andere demo’s maakten grote indruk op me. Nu zou ik er ook mee aan de gang gaan…

Voor mijn verjaardag twee weken later vroeg ik geld voor een RC heli of vliegtuig. Daarvan kocht ik in Sneek een Revell heli met een rotordiameter van circa 50 centimeter. Dat bleek een miskoop en gelukkig (!) ging het ding al na een dag stuk: de Lipo laadde niet op. En nergens in de gebruiksaanwijzing stond, dat je zo’n accu beslist niet helemaal leeg mag vliegen, wist ik veel… Ook raakten op vijf meter hoogte de rotoren elkaar spontaan, zodat de heli uit de lucht lazerde… Ik ging ermee terug naar de winkel voor reparatie, maar eigenlijk hoopte ik dat ik mijn geld zou terugkrijgen. Ik nam me voor om geen miskopen meer te doen. Beter voorbereiden dus… Ik zou beginnen met een simulator voor op de pc. Op de website van de club had ik al gezien dat daar wordt gevlogen met mode 1. Op een mooie woensdagavond ging ik er op de motor naartoe om te kijken. Daar werd ik achter de sim gezet en ik mocht mijn kunsten vertonen. Ik zei dat ik nog nooit een modelvliegtuig had bestuurd. Geheel naar waarheid, ha, ha, ha… Toch was het ene J.P, die me al vrij vlug vroeg: “Weet je zeker, dat je dit nog nooit hebt gedaan?” Ik bevestigde dat. Je wilt niet meteen arrogant of opschepperig overkomen… Pas weken later, toen instructeur (en medeoprichter van die club) Bert me het aerodynamische verschil tussen een hoogdekker en een laagdekker wilde gaan uitleggen, vond ik het gênant worden en vertelde ik dat ik beroepsvlieger en vlieginstructeur ben geweest…

Op 6 juli 2011 werd onze eerste kleindochter Lily geboren. Wat een lief klein meisje! Ja mensen, we zijn dan wel import Friezen, maar ‘pake en beppe’ worden is toch wel heel mooi… We waren toch in Duiven, dus kocht ik op diezelfde zesde juli in Westervoort bij RC Flyfun een simulator. Het werd de Phoenix v3 en ik kocht er een Jamara zender bij (vier kanalen), die in de winkel tot mode 1 werd omgebouwd. Deze simulator zou meteen de beste aankoop blijken voor een beginnend modelvlieger als ik. Voor in totaal 168 euro kon ik oefenen en crashen zoveel ik wilde, je krijgt immers telkens meteen een nieuw vliegtuig… Na nog een tweede woensdagavond op de Goldwing naar de club te zijn gaan kijken, werd ik op 8 juli lid…

Na een kleine drie weken en twee bezoeken aan de winkel, bleek mijn ter reparatie aangeboden heli zoek. Ik kon een nieuwe krijgen, maar die was in bestelling. Maar ik kon ook mijn geld terugkrijgen. Onder het smoesje van: “De Nuon moet ook worden betaald”, koos ik voor het laatste. Met het geld (en een beetje meer) spoedde ik me naar Hangar Modelbouw in Kampen.

Meteen toen ik de winkel binnen stapte, viel mijn oog op een mooi straaljagertje van een meter, de Parkzone Habu. Peter, de winkelier, bleek een aardige kerel. Hij stalde een Calmato op de toonbank voor me uit. Daar kwam dan nog een heleboel bij, zoals een regelaar, accu plus lader, vier servo’s en noem maar op. Het duizelde mij… Ook de prijs liep op als een verticaal stijgend vliegtuig! “Laat maar even liggen”, zei ik. “Of eigenlijk, leg maar weer terug. Want ik beloof je dat ik nog deze week een vliegtuig bij je kom kopen, maar ik moet eerst even goed nadenken.” Een paar dagen later, op 15 juli, liep ik die winkel uit als eigenaar van de Parkzone Habu.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Op de terugweg naar huis had ik heel veel ruis op de autoradio. Ik vreesde dat ik de antenne kwijt was. Maar later bleek dat de zendmast bij Smilde die middag in de hens was gevlogen…

Het in elkaar zetten en afmonteren van mijn eerste modelvliegtuig sinds veertig jaar viel mee. Maar er gebeurde wel iets dat lachwekkend mag worden genoemd… Toen ik de zender aan had en de vliegaccu aansloot, was plotsklaps, en onder hels kabaal, mijn Habu van de tafel verdwenen… Het lawaai hield op en mijn Habu lag aan de andere kant van het huis tegen de pui. Gelukkig had ik de stekker aan de accu niet goed gesoldeerd, zodat die was afgebroken. Als dat niet was gebeurd, dan zou het lawaai pas verstomd zijn als de accu leeg was, met alle gevolgen van dien… De schade viel mee, alleen de punt van de romp was een beetje krom. Nadat ik de servo voor het gas op ‘reverse’ had gezet, was het euvel verholpen. Een goede les geleerd: veranker altijd je vliegtuig!

Op de club zei men meteen over mijn fonkelende Habu EDF jet : “Daar kun je geen les op krijgen, dat ding gaat veel te hard voor een beginner. Haal maar een ander vliegtuig.” En ze hadden gelijk. Dat wist ik zelf natuurlijk ook wel, maar ik had hem gewoon willen hebben. Een ‘impuls aankoop’. Ik mocht er even mee taxiën en instructeur Jaring vloog hem in. Maar aanstaande dinsdag zou ik weer naar Kampen moeten…

Bij mijn vorige bezoek aan de winkel had ik ook een mooie Cessna gezien en die moest het worden (want ik had zelf ook op de echte gevlogen). Maar die bleek net voor mijn neus verkocht…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Dus viel mijn keus op de Hobbyzone Super Cub LP RTF. Net als de Habu een parkflyer, maar dan een langzame en gemoedelijke… Met zender (mode 1) en al. Er bleek ACT op te zitten: Anti Crash Technologie. Twee lichtgevoelige cellen (een in de voorruit en een onderin de romp) vergelijken de helderheid. Als het vliegtuig bijvoorbeeld op de kop vliegt, grijpt het systeem in. Dan wordt de motor geknepen en het vliegtuig bijgestuurd tot het weer gewoon rechtuit vliegt (noot: tegenwoordig is deze technologie vervangen door de nieuwe en betere SAFE technologie). Uiteraard is de ACT uit te zetten, zodat je ook loopings kunt maken. Als de accu leeg is gaat de motor uit, maar kun je nog wel sturen. Dat is bij alle kisten zo. Maar in de Cub zit ook een systeem, dat je de gelegenheid geeft om nog een beetje vermogen te geven bij een noodlanding… Een mooie set voor een beginner als ik dus. Zeer tevreden liep ik voor de tweede keer in vier dagen met een nieuwe kist de winkel uit. En met pijn in mijn portemonnee…

Volgende keer mijn eerste ervaringen met de Super Cub!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s