Overdenkingen van een modelvlieger (oorspronkelijk geschreven in mei 2012 voor de website van een club waarvan ik toen lid was)
Bald de Boer
In de nazomer van 2010 had hij op een mooie avond tijdens een wandeling met vrouw en dochter door het Horster park in Duiven al kennis gemaakt met de nieuwste generatie radiografisch bestuurde vliegtuigen. Voor het eerst had hij zich vergaapt aan de piepschuimen modellen. Hij had verbaasd gezien hoe natuurgetrouw en accuraat ze waren. En vooral hoe goed ze vlogen. Ogenschijnlijk had het vliegen gemakkelijk gelegen. Daar zou hij echter nog wel achter komen…
Op 28 oktober van hetzelfde 2010 was hij met zijn Gonnie bij een reünie van Omnia Cernens, de vereniging van oud-leden van de Groep Lichte Vliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht. Die werd gehouden in een hangaar op de voormalige vliegbasis Deelen. Voor hem bekend terrein, want hij had daar van 1975 tot de sluiting eind 1995 gewerkt. Hij genoot van die dag, samen met zijn vrouw en een aantal oude maten, die hij alweer veel te lang niet had gezien. Iedereen werd gevraagd naar buiten te gaan voor een demonstratievlucht van een Alouette III helikopter van de Grasshoppers, het demoteam van destijds. Het verzoek werd vergezeld van een opstartende Artouste IIIb turbinemotor. Nog binnen in de hangaar… Het bleek om een heel mooi radiografisch schaalmodel van de A-465 te gaan, een kist waarop hij veel vluchten had gemaakt. Schaal 1 op 5, dus met een rotordiameter van ongeveer twee meter. Uitgerust met een echte straalmotor… Met draaiende motor, maar nog stilstaande rotor, werd de heli uit de hangaar getrokken. Buiten werd de rotor gekoppeld en toen het toestel in de hover kwam, hing het met het rechter wiel iets naar beneden. Precies zoals zijn grote bemande broer! Zijn hart ging open. Een onvergetelijke vliegshow volgde, die zelfs eindigde met een heuse autorotatie…
Na afloop informeerde hij bij bouwer en eigenaar Fred Coenen of dit toestel te koop was. Ze worden geheel met de hand gemaakt voor 21.000 euro. Toch maar eerst een paar goedkopere schuimmodellen aanschaffen…
Aflevering 4, Texel, een boze gast, het vliegtuig bijna kwijt en de edele kunst van het crashen.
Hallo lezers. Weer is de tijd veel te snel voorbij gegaan. En er is inmiddels weer veel gebeurd. Stof om over te schrijven genoeg voorlopig. Laten we vlug verdergaan en kijken hoe het op Texel afliep. En met de verdere ervaringen van de herfst van 2011.
Mijn eerste drie vluchten op Texel waren op vrijdagavond 30 september. Die heb ik al beschreven in aflevering 3. Ik besloot de volgende morgen net na zonsopkomst te weer gaan vliegen. Dan is er meestal niet veel wind. Daarna zou ik de dag door kunnen brengen met mijn familie, om dan tegen zonsondergang nog eens een paar vluchten te maken, hopelijk alweer met weinig wind… En het werkte. Aangezien het veldje op maar honderd meter lopen lag, ging ik er rond een uur of half acht eerst heen voor een weather-check. Het bleek nog nevelig en windstil. Vlug terug om vliegtuig en zender te halen… Even later deed ik ter plaatse de control-check. En nadat ik de stopwatch had gestart, koos mijn Cub zacht zoemend het vochtige en verstilde luchtruim. Ik genoot. Drie vluchten van in totaal 41 vliegminuten later had ik genoeg tevredenheid getankt om de rest van de dag gezellig te zijn…
Die middag maakten Gon en ik een mooie fietstocht door de duinen naar Ecomare, het zeemuseum en zeehondencentrum van Texel. De jonge stellen, nog zonder fietsdrager, ha, ha, kwamen daar met de auto. Onderweg had ik in de duinen vlakbij ons vakantiepark een vlak stuk fietspad gezien. Daarvandaan kon ik mooi starten om een paar duinvluchtjes te maken. Iets wat ik dan ook direct na thuiskomst ging doen. Met twee volle accu’s en de zender in de tas, en het vliegtuig onder mijn arm zat ik spoedig weer op de fiets… Erg grappig om vanaf een fietspad te starten. Wel telkens opletten of er geen fietsers om de hoek kwamen zeilen, maar dat was goed te doen. Lastiger was het om weer mooi op het pad te landen, maar de oefening baart zoals bekend de kunst… Heerlijk draaide ik mijn oefeningen, de vlakke acht nog steeds een crime. De twee accu’s waren weer leeg voor ik er erg in had. Maar ik kon weer tevreden 30 vliegminuten in mijn agenda loggen …
In het huisje aangekomen had ik er nog steeds geen genoeg van. Dus toog ik na het avondeten nogmaals naar het veldje op het park om te kijken hoe het met de wind stond. Die was er nog steeds niet en in de laagstaande avondzon ging ik weer met het vliegtuig onder de arm op weg naar het veldje. Tot het donker wist ik nog een half uur te vliegen… Wat een hoop vluchten en wat een ervaring! ik had nu in anderhalve dag al meer dan twee uur en een kwartier gevlogen op Texel. En het smaakte nog steeds naar meer. Ik besloot het weekend geheel ‘uit te buiten’ en zondagmorgen weer bij zonsopkomst in de duinen te gaan vliegen …
Zondagmorgen 2 oktober. Heti is even moeilijk op de fiets stappen, maar uiteindelijk ben ik in alle vroegte onderweg naar de duinen. Het is maar een kleine kilometer trappen en ik ben er zo. Dan maak ik eerst een paar foto’s van het toestel in de ochtendnevel. Even later kiest de Super Cub vanaf het nog verlaten fietspad de vrije ruimte. Alleen op de wereld sta ik heerlijk in de opkomende zon te sturen. Serieus oefenen, dat wel, maar tegelijk genieten dat het een aard heeft …
Als ik tegen de tien minuten bezig ben verschijnt de gestalte van een man vanuit de rimboe over een duinrand. Heftig gebaren makend komt hij door het struikgewas dichterbij. Hij is in T-shirt en korte broek. En hij heeft geen schoenen aan, zoals al snel blijkt. De man maakt lawaai. Veel lawaai, maar door de afstand kan ik er geen chocola van maken. Het lijkt me een gek, die enthousiast doet over mijn mooie vliegtuig. Dat verandert als het heerschap dichterbij komt. Hij blijkt te schreeuwen en te schelden. Beledigingen vliegen door de ochtendlucht. Ik besluit om net te doen of ik gek ben, maar voor de zekerheid zet ik maar vast de landing in. De Cub komt keurig op het fietspad vlak voor mijn voeten tot stilstand. Hé, als het maar moet, dan kan het dus wél… Na het loskoppelen van de accu schakel ik de zender uit en stop die in mijn schoudertas.
De man is nog een twintigtal meters van me af als hij me begint te bedreigen. Ik bek terug dat hij me niet zo moet beledigen. Maar hij gaat maar door en door. Of ik het normaal vind om op zondag om acht uur ’s morgens over een camping te vliegen… Camping? Ik wist helemaal niet dat daar onderaan de duinen nog een camping lag! Die was ook helemaal niet te zien. Ik dacht echt, dat ik in de vrije natuur vloog, anders had ik dat natuurlijk nooit gedaan! Ik voel me toch wel een beetje schuldig en probeer excuses te maken. Maar deze meneer hóórt mij niet eens en gaat maar door met schelden. Een sociaal gehandicapte, waarvan er tegenwoordig veel te veel lijken te zijn. Een beetje bevreesd voor een eventueel kapot getrapt vliegtuig stap ik er maar mee op de fiets. Ik bijt de man nog een keer toe dat hij het ook wel wat vriendelijker had kunnen brengen en peddel dan rustig weg. Van binnen kokend over zoveel onbeschoftheid. Als ik omkijk blijkt hij ook op de terugweg naar waarvandaan hij was gekomen. Op blote voeten door de harde brem en de bramenstruiken. Net goed…
Op de fiets en weer alleen komen de overdenkingen van de modelvlieger. Zo, die had ik met zijn kater van de avond ervoor met mijn zacht zoemende Super Cub veel te vroeg gewekt! Wist ik veel … Bleek er precies onder mijn vliegcircuit een camping te liggen, die zelfs met moeite doen niet te zien was … Eigenlijk kan ik er achteraf de humor wel van inzien. Maar wat nu? Ik besluit richting de zee te rijden, daar is zeker geen al dan niet permanente bewoning die ik op dit vroege uur onbedoeld lastig kan vallen … Onderweg zie ik wel een paar geschikte plekken, maar dan moet ik telkens vanaf de weg starten. Stel je voor dat er opeens een auto aankomt, op een platgereden Cub zit ik ook weer niet te wachten. Zeker niet na zo even… Dan maar door naar het strand.
En daar, pal aan de waterlijn, kan ik weer helemaal los! Ik had in de duinen al twaalf minuten gevlogen en besluit nu om, bij wijze van uitzondering, de accu helemaal leeg te vliegen. Deze vlucht duurt nog precies tien minuten en dan volgt een geslaagde noodlanding. Ook de tweede accu gaat helemaal leeg. Ik vlieg boven zee en maak daar zelfs een paar loopings. Als ik een landing met doorstart wil oefenen, verdwijnt mijn toestel achter een bultje vlak voor de waterlijn. Gas dicht houden! Bang als ik ben dat het toestel in het water terecht is gekomen, snel ik er naartoe. Hij staat nét voor het water netjes op zijn wielen op me te wachten, gelukkig nog droog! Vanaf het natte zand maak ik een ‘kustlijnstart’. En zo geniet ik verder tot na 21 minuten (!) de tweede kleine Lipo accu ermee ophoudt. Ik zet de noodlanding in en doe het gas op de zender dicht. Zodoende kan ik net voor de grond nog een beetje gas geven om te manoeuvreren, dat is in het systeem (voor beginners!) ingebouwd …
Terug bij het huisje mag ik weer een paar uur naar bed, terwijl de anderen gaan wandelen in de duinen. We brengen de rest van de dag gezellig samen door en tegen de avond ga ik nog drie keer los boven het veldje op het park. Een keer voor de fantastische maaltijd, zodat ik daarna nog twee volle accu’s leeg kan vliegen…
Bij de tweede avondvlucht is het al heel vochtig aan het worden. Maar het genieten is er niet minder om. Terwijl de mistflarden boven het veld ontstaan, draai ik met volle overgave mijn oefeningen. De procedure turn, de twee loopings, de vlakke acht (en nog eens), de spiraalvlucht, het circuit met doorstart, de gesimuleerde noodlanding met doorstart en tenslotte de landing. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Tot je erbij neervalt. Zo was het ook al tijdens mijn loopbaan in de echte vliegerij … Tijdens mijn derde en laatste vlucht, dat is dus al de zevende vlucht van de dag, is het al aardig donker aan het worden. Nu moet je weten, dat mijn Super Cub bijna geheel wit is. Kun je nagaan wat er gaat gebeuren… Als ik op downwind een beetje te ver ben doorgevlogen, draai ik een halfslachtige bocht naar base leg. Daarmee gaat het vliegtuig nóg iets verder van me weg. En dan, net voor de bocht naar me toe, is ie opeens uit mijn zicht. Hoe ik ook tuur, ik ben hem kwijt. Vlug begin ik een blinde bocht en schat de tijd in. Dan stuur ik rechtuit in de hoop dat het toestel weer op me af komt. Even later zie ik mijn Cub recht voor me verschijnen, keurig op hoogte. Oef! Een knap staaltje van blind vliegen, al zeg ik het zelf. En van heel veel geluk. Ik maak meteen een full stop en houd het voor gezien. In het huisje zet ik meteen met een permanente zwarte stift mijn naam en telefoonnummer op zowel de romp als de vleugel… De volgende morgen nog één keer vroeg op voor een weather-check. De wind is aangetrokken en het is uit met de pret. Geen vluchtjes meer. Huisje ontruimen, even leuk winkelen in Den Burg en dan naar de veerboot. In twee en een halve dag maakte ik in alle vrijheid 16 solovluchten, waarbij mijn Super Cub drie uur en drie kwartier in de lucht was. Texel kan bij mij nooit meer stuk.
Terug op het vaste land ging ik de zaterdag er op weer naar de club. Het werd tijd dat mijn Habu jet weer eens aan de tand werd gevoeld en Jaring was de man om dat te doen. Hij had als enige alle eerdere vluchten met de Habu gemaakt. Erik keek toe. Na de control-check taxiede ik het jetje zelf naar de startplaats. Daarna gaf ik de zender aan Jaring. Hij gaf vol gas en jankend koos het blauwgele monstertje het luchtruim. Het was niet van lange duur. Het al in deel 3 beschreven overslaande geluid was weer goed te horen. De motor liep hortend en stotend. Al snel riep Jaring dat hij het toestel ‘niet kon houden’. In kleine vreemde cirkels ‘dreef’ de Habu met de best wel harde bovenwind mee en toen sloeg het een paar honderd meter verderop te pletter in het weiland. Jaring zette beduusd de zender uit en Ik zette de stopwatch stil. De vlucht had 49 seconden geduurd…
Erik ging mee op de rode quad van Jaring om de brokken op te halen. De romp was in stukken gebroken en het soldeer van de accustekker was los. De vleugels en het staartstuk waren nog heel. Gelukkig. Terug bij het clubhuis legde ik de brokken in de auto. Ik vond dat de crash het gevolg was van een falende regelaar en wilde met het geheel terug naar de winkel. Maar de mannen zeiden dat ze het toestel heel goed zouden kunnen repareren. Er was nog tijd voor het donker zou worden en dus ging ik snel overstag. Ik haalde alles weer uit de auto en spreidde het uit in het clublokaal. Jaring begon de rompdelen aan elkaar te lijmen, terwijl Erik al het soldeerwerk netjes overnieuw deed.
Drie kwartier uur later maakte Jaring alweer een testvlucht. Het vreemde geluid was er nog steeds en Jaring maakte een full stop vóór hij weer de controle zou verliezen. Na 39 seconden stond het toestel weer aan de grond. In één stuk ditmaal. Ik zou er alsnog mee naar de winkel gaan …
Tot zover deel 4. Ik hoop dat het weer vermakelijk is geweest en wie weet ook nog een beetje leerzaam. Volgende keer gaan we verder op het obstakelrijke pad naar het brevet. We zullen zien dat kopen bij een winkel nog zo zijn voordelen kan hebben… Maar ook dat ik zelf ook wel kan crashen met de Habu. Niet door materiaalpech, maar door een heuse stommiteit. En wie weet wat nog niet meer. Tot dan en veel happy landings!
leuk verhaal Bald ben op het strand in Egmond helaas waait het te hard voor het cupje,oan,t sjen
gr Hidde