Op eens was het vroeg dag!

Bald de Boer (Artikel geschreven in november 2012 voor een clubwebsite) 

Hallo geïnteresseerden! Sinds medio 2012 ben ik lid van de Dokkumer Modelvliegclub DMC. Al wat langer ben ik helemaal verslingerd aan het vliegen met modellen. Hieronder zal ik eerst mijn eerste stappen bij de club beschrijven. En dat dan niet om mezelf belachelijk te maken, maar opdat anderen kunnen leren van mijn pech én stommiteiten. Hoe dan ook, ik wens u veel leesplezier! (noot: mijn weg naar het brevet kunt u lezen onder de knop ‘Feuilleton’, in de reeks  ‘Overdenkingen van een modelvlieger’ op deze site.) Daar gaan we!

Als ik mezelf destijds als beginnend modelvlieger zou moeten beschrijven, zou ik zeggen dat ik geen ‘gemiddelde’ beginner was. Met een werkzaam leven als beroepsvlieger achter de rug, bleek ik op veel gebieden een voorsprong te hebben. En dan met name op het gebied van theorie, instructie, het gedrag van een vliegtuig in de lucht, en de WIL om te leren. En dat was heel fijn. Het werkelijke modelvliegen heb ik geleerd bij de zusterclub The Eagles in Hieslum (noot: daar was ik lid van juli 2011 tot eind december 2013). Mijn eerste en hoogste prioriteit was het behalen van het brevet motor A. En dat had ik, ondanks het veelvuldig te slechte weer, vrij vlot op zak. Daarna wilde ik vliegen, vliegen en vliegen. Om te genieten, maar vooral ook om meer ervaring op te doen. Maar vliegen, vliegen en vliegen kan in Hieslum alleen op woensdag (middag en avond), en op zaterdag- en zondagmiddag. En juist dan schijnt het altijd slecht weer te moeten zijn…  Dus ging ik op zoek naar een veld waar ik altijd terecht zou kunnen.

Op een van de onvolprezen ‘zomerdagen’ van 2012, half juli, mailde ik naar de voorzitter van DMC om de locatie van het veld te achterhalen. Deze mailde me meteen de gevraagde info, maar dan de zogenaamde ‘GEO’ gegevens. Daar kwam ik niet uit. Nu ben ik niet zo van de elektronische navigatie. Een half leven lang heb ik bij de Luchtmacht gevlogen en daar leerden we navigeren met behulp van slechts drie dingen: een ‘Eyeball Mark I’, een geplastificeerde kaart en een vetpotlood. Van navigatieapparatuur hadden we nog nooit gehoord en Tomtom bestond nog niet. En dus bezat ik zo’n ding in 2012 nog steeds niet… Afijn, op mijn verzoek mailde de voorzitter mij de ‘echte’ plaats: 300 meter zuid van het Eeltjemeer, aan de Rietveldsweg bij Roodkerk. Kijk, daar héb ik nu iets aan… Ik sprong op mijn motor en reed er vanuit mijn woonplaats in één keer naartoe, zij het via Gietkerk en Moleneind. En dat hobbelde nogal. Later zou ik wel een betere weg zoeken…

Er was niemand aanwezig. Het woei ook wel een beetje hard… Ter plaatse besloot ik er een mooi motordagje van te maken en ik reed door naar Garreweer, bij Appingedam in Groningen, alwaar ik een paar dagen later zou gaan gastvliegen bij Wil Snitjer. Maar dat is een ander verhaal.

Contact naderhand met de voorzitter leerde dat ik welkom was om te praten, zij het pas na zijn vakantie. En zo duurde het tot dinsdag 7 augustus, voor ik ’s avonds weer die kant op reed. Zoals ik gewoon ben, was ik er als eerste. Maar tot mijn verassing kwamen ze allemaal: de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Het was prettig kennis maken en met een sleutel van het gebouw al op zak ging ik als nieuw lid huiswaarts. De secretaris reed achter me, en daar waar ik rechtdoor ging naar Roodkerk, sloeg hij linksaf naar Hardegarijp. Dat bracht me op een idee…

Op vrijdag de tiende augustus ging ik er voor het eerst vliegen. Aangezien het voor mij 52 kilometer rijden is, moet ik dat goed plannen. En ook voldoende vliegtuigen meenemen, anders kun je bij ‘pech’ maar zo uitgevlogen zijn… Ditmaal ging ik op de heenweg in Rijpkerk meteen rechtsaf. Deze weg hobbelde nog meer dan de eerste. Het was bijna niet te doen. Ik vreesde voor het welzijn van mijn vliegtuigen en verlaagde mijn snelheid. Mijn definitieve route zou voortaan gaan via het station van Hardegarijp…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA Mijn Sukhoi 26 xp Ultra Micro, 40 cm spanwijdte!

Er stond bijna geen wind (noordwest 1 á 2) en dus begon ik met mijn Sukhoi 26xp Ultra Micro van Parkzone. Dat ding heeft een spanwijdte van wel 40 centimeter (!) en ik heb hem eigenlijk gekocht voor het indoor vliegen. Maar dat had ik op dat moment nog nooit gedaan. Ik startte vanaf de tafel en dat ging heel goed. Daarna was mijn Horizon Super Cub LP aan de beurt, en die startte ik natuurlijk gewoon vanaf het gras. Na het droppen van een parachutist beoefende ik de low flight en de slow flight, ofwel de lage vlucht en het langzaam vliegen. Jawel serieus oefenen zit me in het bloed… De volgende vlucht was een mijlpaal: mijn 300ste modelvlucht en ik gunde deze weer aan de Super Cub. Deze vloog namelijk tegelijk ook voor de 150ste keer, een dubbele mijlpaal dus. Waarom ik dat zo exact weet? Ik ben namelijk zo gek om al mijn vluchten in een logboek bij te houden. Dat vind ik leuk en ben ik vanuit mijn vroegere werk gewend. Ik gebruik zelfs mijn originele logboek, waar ik ‘vroeger’ ook mijn KLu vluchten in schreef…

logboek 4

Hierna was de Sukhoi weer aan de beurt. Sierlijk steeg hij op vanaf de tafel. Een paar loopings en een enkele rol later landde ik hem weer op het gras. Een landing op de tafel lijkt me niet haalbaar… Inmiddels waren er ook andere leden gearriveerd, onder anderen Jaap en Hotze.

Het laadruim van mijn toenmalige auto was groot en er zaten nog twee vliegtuigen in. De eerste daarvan was een Calmato trainer (met neuswiel) en die was aan de beurt. Dat is een ontzettend fijne kist. Ik moest hem kopen om te kunnen afvliegen voor het brevet, want The Eagles hanteren een minimum gewicht van twee kilogram voor het afvliegen. Daar baalde ik van, maar inmiddels ben ik gek op die kist en had ik er op een gegeven moment drie van, een met een neuswiel en twee met staartwiel (waarvan er een in de doos op zolder geduldig wachtte tot ik hem nodig zou hebben of kunnen doorverkopen)…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA  Calmato’s, een met neuswiel en een met staartwiel.

Bij de start was ik het veld op gelopen om achter het vliegtuig te staan (een nieuwe omgeving, weet je wel). Na de landing zag ik Jaap de pylonen uitzetten. Daarna ging hij me uitleggen hoe de regels hier zijn. Nu had ik die in het clubhuis al doorgelezen. Ik liet Jaap netjes zijn verhaal doen, zonder hem te onderbreken. Toen hij klaar was zei ik slechts: “Ik volgde gewoon jouw voorbeeld, jij liep zelf ook het veld op”. Sportief gaf hij me gelijk (wat moest hij ook anders, want het was waar). Hilariteit…

Die Calmato’s zijn ook bijzonder goed in te zetten om het kunstvliegen te oefenen, wat ik dan ook gretig deed. In het prachtige blauwe luchtruim rondom het voor mij nieuwe veld, maakte ik loopings, rolls, Cuban eights, spins en wat al niet meer… Mijn vaardigheid hiermee nam zichtbaar toe en het zou niet lang meer duren voor ik de ‘guts’ had om een buitenwaartse looping (lus voorover) te proberen…

Als laatste was mijn Habu aan de beurt. Deze impeller jet gaat hard en is heel wendbaar. Het is altijd oppassen geblazen (zeker als je nog niet zoveel ervaring hebt). Ik was op dreef, maakte er een rugvlucht mee en ook een paar loopings. Tenslotte landde ik hem goed. Dat is wel eens anders, want meestal begint ie na de landing te stuiteren. Ik moest nog leren om beter binnen te komen, met een beetje gas erop… Hotze vond dat het ding ‘een mooi vliegprofiel’ heeft. Uiteraard ben ik dat met hem eens. Alle vliegtuigen kregen ‘nog een beurt’ en vooral over de laatste landing van de Habu was ik heel tevreden: mooi op de hoofdwielen eerst. Wat een mooi lang veld. En wat een verschil met Hieslum… Deze eerste dag maakte ik vijftien vluchten en was ik in totaal een uur en een kwartier in de lucht. Buitengewoon tevreden aanvaardde ik de terugreis naar huis. De 52 kilometers (binnendoor, dus bijna een uur in de auto) waren zó voorbij…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Een paar dagen later, op 15 augustus, hadden we logees. Gonnie zit in de kinderopvang en ze werkte al vier jaar bij het zelfde gezin, waar ze past op Djustin van zes en Celine van vijf. Ze heeft een hechte band met die mensen opgebouwd. Moeder René ziet mijn Gonnie als haar ‘tweede moeder’, zoals ze een keer zei. We komen bij elkaar op verjaardagen en in de zomer komen ze bij ons achter het huis zwemmen en daarna lekker in de Jacuzzi ‘chillen’. Afijn, nu kwamen de kindjes een nachtje bij Gonnie logeren…

Die nacht lag Gonnie ‘een beetje lawaai’ te maken in haar slaap. En daarmee hield ze mij wakker… Dat doet ze wel vaker, maar ik schijn er zelf ook wat van te kunnen. Zij in de vroege nacht, ik vooral in de morgen. Het zal wel te maken hebben met het ouder worden… Maar goed, als een van ons niet kan slapen door de ander, zoekt hij of zij een andere kamer op (om dan ’s morgens weer lekker bij elkaar te kruipen, ha, ha). Maar in de beoogde kamer lagen onze kleine logeetjes vredig te dromen… En dus zocht ik de andere logeerkamer op. Het horgordijn hing los, maar dat boeide me niet. Slaperig als ik was, strompelde ik het bed in en trok het laken over mijn kop… Nu had u misschien al door dat we aan het water wonen, en dat is beslist geen straf. Maar om het zacht uit te drukken, bij ons zit wel ‘een mugje meer dan elders’. Je voelt hem al aankomen: ik werd compleet lek gestoken en kon niet meer slapen! Wat resulteerde in heel vroeg opstaan, ontbijten, koffie en lunch maken. Daarna laadde ik de vliegtuigen en alle zooi in de auto (een mens sleept wat mee) en om 05.15u (!) was ik op weg naar het veld van ‘Dokkum’. Het was zelfs nog donker…

De eerste start maakte ik op die mooie heldere donderdagmorgen (16 augustus) al om half zeven. De zon was net op en alles was nog vochtig, toen mijn kleine Sukhoi vanaf de gebruikelijke tafel het luchtruim koos. Moederziel alleen in een mooie ochtend. Kijk, dat bedoel ik nou met ‘altijd kunnen vliegen’…

De volgende kist was de Super Cub LP. Weer eerst een para afwerpen (altijd dezelfde, ha, ha) en dan lekker oefeningen vliegen. Ik zal niet weer alle vluchten opnoemen, want dat zou saai worden. Maar ik vloog achtereenvolgens (en afwisselend) met de Sukhoi, de Super Cub LP, de Calmato en tenslotte de Habu. Tussen de vluchten door genoot ik van koffie uit de thermosfles en een lekker sigaartje. Tegen negen uur moest ik wachten omdat alle accu’s werden opgeladen. En ik was onderhand wel een beetje moe, na zo weinig slaap. Dus ‘checkte’ ik de sofa in het clubhuis languit uit. Mijn schoenen had ik uiteraard uitgetrokken! Die sofa beviel uitstekend en een half uurtje later kon ik weer monter verder gaan met vliegen. Bij een lichte startcrash met de Super Cub (overtrek ten gevolge van teveel up) brak er een klein stukje van de vleugeltip af. Ik lijmde het met Bison kit, de enige lijm die ik bij me had (ik heb achteraf mazzel dat het schuim niet is gesmolten, want dat gebeurt met die lijm!). Verder was het een perfecte ochtend, met veel zon en weinig wind. En zo gebeurde het, dat ik al vóór de middag klaar, ik bedoel verzadigd was. Elf vluchten met vier verschillende vliegtuigen, afgesloten door een perfecte landing van de Habu. Wat wil een mens nog meer… Nou, bijvoorbeeld zo’n mooi veld vlakbij de deur, ha, ha… Alle gekheid op een stokje: ‘Dokkum’ is voor mij TOP!

GE DIGITAL CAMERA

 

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s